Nikita: ‘Aan ieder nieuw mooi moment met mijn kinderen, zit door de uithuisplaatsing ook altijd iets verdrietigs’

Nikita: ‘Aan ieder nieuw mooi moment met mijn kinderen, zit door de uithuisplaatsing ook altijd iets verdrietigs’

Procesbegeleider Yvo Ploeg krijgt een appje: ’Ik heb vanmorgen voor het 1st in bijna 3 jaar mijn kind naar school gebracht en een broodtrommeltje klaargemaakt. Hoe gelukkig kun je zijn met een broodtrommeltje?’ Toen Yvo dit vertelde, vroegen we hem: mogen we deze moeder bellen om het verhaal achter dit appje te horen? Dat mocht. ‘Mam, dat broodtrommeltje hoeft niet meer. Daar ben ik nu te oud voor.’ Lees hier het verhaal van Nikita (33).

“Dat appje is van een paar weken geleden. Op dat moment, toen ik dat broodtrommeltje vulde en mijn kind wegbracht naar school, stond ik te stuiteren van geluk. Mijn kind is uithuisgeplaatst toen hij negen jaar was. Nu is hij twaalf. Voor het eerst in drie jaar was hij op een zondagavond bij mij en kon ik hem de volgende dag naar school brengen. Ik was door het dolle heen. Maar weet je wat hij later tegen me zei? ‘Mam, dat broodtrommeltje hoeft niet meer. Daar ben ik nu te oud voor.’”

“Ik besefte ineens: ik ben blijven hangen op het moment dat mijn kinderen zijn weggehaald. Er is een gat van drie jaar. Dus ja, ik was even heel blij. Maar door datzelfde trommeltje voelde ik dat de jaren dat we elkaar amper zagen niet zijn in te halen. Het is weg. Aan ieder nieuw mooi moment met mijn kinderen zit dus altijd weer iets verdrietigs door de uithuisplaatsing.”

Afhaken

“Het is heel ironisch dat jij, iemand van het Ondersteuningsteam, mij hierover belt. De afgelopen jaren ben ik mijn kinderen kwijtgeraakt, maar ook mijn complete sociale netwerk. Ik heb nog wel contact met mijn ouders en mijn broer. Maar verder met niemand. Als je zo in de problemen zit en je alleen maar aan het vechten bent met hulpverleners, worden mensen moe van jouw verhalen en jouw leven. Iedereen, van familie tot vrienden, haakt af. En ik kan ze niet eens ongelijk geven, het was alleen ellende. Al jaren besteed ik minstens tien uur per week aan mailen, bellen en gesprekken voeren met hulpverleners. Ik ken sommigen beter dan mijn buren. Terwijl ik er bijna niets mee opschiet.”

“Sinds twee jaar helpt Yvo, mijn procesbegeleider van het Ondersteuningsteam, mij. ‘Kijk naar de mooie stappen die zijn gemaakt’, zeg hij. Dat klopt deels. Maar mijn kinderen zijn nog steeds niet thuis. En telkens als de eindstreep in zicht komt, is er weer een andere reden waardoor hun thuiskomst wordt tegengehouden. Als je kinderen uit huis zijn geplaatst leer je al snel één ding af: verwacht niets en verheug je nergens op. Dan is de klap dat je kinderen niet thuiskomen, minder hard.”

Snel

“De toeslagenaffaire startte voor mij toen mijn zoontje vier was en mijn dochter een baby van drie weken. Ik rolde razendsnel van de ene op de andere dag de armoede in en kon niet eens meer luiers kopen. De periode dat ik volgens de belastingdienst onterecht geld zou hebben ontvangen, ging over de vier jaar dat mijn zoontje op de kinderopvang had gezeten terwijl ik een studie verpleegkunde deed waarbij je direct werkt in de zorg. Volgens de belastingdienst moest ik alle kinderopvangtoeslag van die vier jaar lang terugbetalen.”

“In het begin knokte ik me er redelijk doorheen. Je denkt: als ze de fout herstellen, kan ik verder. Maar de fout werd niet hersteld, want ik zou de toeslagen onterecht hebben gekregen. En omdat ik ‘dus’ een fraudeur zou zijn, werden ook mijn andere toeslagen stopgezet. Mijn kinderen konden niet langer naar de opvang, daardoor raakte ik mijn baan kwijt en ook mijn inkomen. Geen inkomen, geen toeslagen; je zakt steeds verder weg. Ik moest kiezen tussen de elektriciteitsrekening betalen of boodschappen doen. Continu belden er deurwaarders en incassobureaus. De armoede werd steeds erger.”

Moe

“Gek genoeg lukte het me vijf jaar lang om overeind te blijven staan. Ik trok het geld overal en nergens vandaan en vulde het ene gat met het andere. En toen het kabinet Rutte viel en ouders werden gecompenseerd, wist ik met de dertigduizend euro compensatie direct al mijn schulden af te lossen. Ik was vrij, klaar en wilde zo snel mogelijk starten met een schone lei. Maar na de toeslagenaffaire, kwam de uithuishuisplaatsing. En die vloerde me compleet.”

“In verband met een conflict over de omgangsregeling kwam de Raad voor de Kinderbescherming en jeugdbescherming in beeld. Ik was op dat moment moe. Doodmoe van het vechten tegen vijf jaar lang geldgebrek en alle privé-omstandigheden, maar ook extreem boos door de gang van zaken. De rechtbank concludeerde: ‘Moeder moet rust hebben’ en toen werd de ondertoezichtstelling uitgesproken. Vanaf toen, nu bijna drie jaar geleden, werden ook mijn kinderen uithuisgeplaatst. Ik heb daarna alles gedaan om dat wat in mijn dossier over mij wordt beweerd recht te zetten, maar het was keer op keer niet genoeg om mijn kinderen uit hun pleeggezinnen weer bij mij thuis te krijgen.”

Voordeur dicht

“Wat mensen niet weten van een uithuisplaatsing is dit: jeugdbescherming komt, neemt de kinderen mee, de voordeur gaat dicht en dan ben je alleen. Helemaal alleen. Ik ben naar boven gelopen en heb de deuren van hun slaapkamers dichtgedaan. Die deuren hebben daarna twee jaar dichtgezeten. Ik durfde ze niet open te doen, want dat was te pijnlijk. Pas twee jaar later, toen ik mijn kinderen weer onder begeleiding een paar uur mocht zien, deed ik die deuren weer open. Ik zag ineens een bootje waarmee mijn dochter altijd zat te spelen en te zingen onder de douche. Ik begon te huilen en kon niet meer stoppen. Ik besefte ineens dat ik al die mooie herinneringen had geblokkeerd. Alles wat mooi was geweest, was twee jaar lang te pijnlijk geweest om aan te denken.”

“Omdat het verlies van je kinderen zoveel pijn doet, sluit je je af. Letterlijk. Al jaren lig ik om kwart over acht ‘s ochtends met de dekens over mijn hoofd in bed. Want de geluiden van straat waarin je kinderen met hun ouders naar school hoort fietsen, kon ik al die jaren niet aanhoren. Je begrijpt: toen ik een paar weken geleden ook weer tussen die ouders liep met mijn zoon was een euforisch moment.”

Jeugdzorg

“Ik doe liever alle ellende van de toeslagenaffaire over dan van de ellende die ik nu meemaak. Dat mensen je geld afpakken, doet pijn. Maar je kinderen afpakken, is ondraaglijk. Ik doe alles om te bewijzen dat mijn leven deugt en dat ik als moeder deug. Maar toch … Ik krijg het gewoon niet voor elkaar. Alles wat ik doe is niet genoeg. Als ik huil, ben ik labiel. Als ik boos ben, ben ik agressief. Als ik niets zeg, ben ik afgestompt. Het is te weinig, te veel of verkeerd. Terwijl: ik heb een opgeruimd huis. Ben niet verslaafd. Maar ik moet wachten en nederig zijn. Wachten en nederig zijn. Maand op maand op maand. In de wetenschap dat elke beslissing met een vingerknip kan worden teruggedraaid.”

“Toen Yvo van het Ondersteuningsteam kwam, was ik alles kwijt, helemaal kapot en iedereen zag mij als een ‘pain in the ass’. De hulpverleners wilden allemaal wat anders, er was geen plan. Ik kon alleen nog maar vechten. Het enige wat Yvo in het begin deed, was naast me staan. Je weet niet hoe belangrijk het is om te voelen dat je niet alleen bent. Hij was een steunpilaar. Hij had de tijd om samen met mij mijn dossier op orde te krijgen, kreeg mensen weer aan tafel en wist regelingen die onterecht waren gestopt, weer recht te zetten. Hij zorgde ervoor dat het moddergooien stopte zodat ik mijn voeten aan de grond kon houden. Het kostte alleen al honderden uren aan touwtrekken om mijn financiële zaken op orde te krijgen, toen moest het touwtrekken om de uithuisplaatsing nog beginnen.”

Ondersteuning

“Door de ondersteuning van Yvo en het Ondersteuningsteam kreeg ik ook het contact met mijn kinderen terug. Dat is mooi, natuurlijk.  Maar hoe hard het Ondersteuningsteam en ik ook werken, ik ben heel verdrietig als ik bedenk waar ik sta. Ik maak ministapjes. Dat broodtrommeltje was zo’n ministap. Mooi, maar ook … Komt er wel weer een nieuwe stap? Of wordt die stap vooruit alsnog geblokkeerd? Dat je alles wat je zo dierbaar is zomaar kan kwijtraken, dat doodsbenauwde gevoel, laat me nog lang niet los.”

Update (juli 2024)

Samen met de jeugdbescherming hebben Nikita en Yvo hard gewerkt en lijkt het erop dat Nikita’s jongste dochter deze zomer weer bij haar komt wonen.  Daarnaast is ze met procesbegeleider Yvo druk bezig om in samenwerking met alle betrokken instanties het terugplaatsingstraject van haar zoon ook verder vorm te geven.

Update (augustus 2024)

Samen met de jeugdbescherming hebben Nikita en Yvo hard gewerkt en is Nikita’s jongste dochter deze zomer weer bij haar komen wonen. Daarnaast is ze met procesbegeleider Yvo druk bezig om in samenwerking met alle betrokken instanties het terugplaatsingstraject van haar zoon ook verder vorm te geven.