Als je kind uit huis werd geplaatst toen je leven een chaos was, hoe zet je dan de klok terug? Hoe wordt een terugplaatsing mogelijk? Naomi (26), moeder van drie kinderen, vertelt over die struggle. “Waarom hielp niemand me een band op te bouwen met mijn dochter toen ik mijn leven weer op de rit had?”
“Onlangs werd door mensen van de jeugdbescherming mijn huis gecontroleerd. Ze wilden weten of mijn dochter Faith veilig een nacht bij mij kan slapen. Natuurlijk was alles in orde, want er staat een mooi bed, een kast met haar kleren en haar spulletjes staan er. Toch ben ik bang dat hun oordeel negatief zal zijn. Elke keer zitten instanties als een groot blok beton tussen het contact met mij en mijn dochter. Ik kan niet uitleggen hoe frustrerend dat is.”
“Zes jaar geleden is Faith uithuisgeplaatst. Vanaf de kinderopvang is ze weggehaald door jeugdbescherming. Ik heb me nog nooit zo verraden gevoeld als toen. Mijn leven stortte in. Ze was nog geen drie jaar oud en altijd bij mij. Nu wist ik zelfs niet waar ze woonde en mocht ik haar alleen onder begeleiding zien.”
Zestien
“Ik was een tienermoeder. Toen Faith geboren werd, was ik zestien jaar en haar vader was zelfs nog jonger. Voor mijn familie was het een shock, maar ik dacht: Kom maar op! Ze is in liefde geboren en na mijn bevalling heb ik in een tussenjaar voor haar gezorgd. Ik woonde in een huis voor jonge moeders.”
“Eén van de verplichtingen om daar te wonen, was dat je een opleiding volgde. Ik ging dus naar school en mijn dochter naar de opvang. Maar ik werd knettergek in dat huis; er was 24 uur per dag, 7 dagen per week gedoe. Heel vaak ging ik niet naar school, meldde me ziek of bleef bij vrienden.”
“Hoe mijn leven toen eruitzag? Totale chaos eigenlijk. Helemaal toen ik met Faith bij mijn nieuwe vriend ging wonen, een man die niet haar biologische vader was. Het was een vlucht uit het moeder-kind huis, maar geen goede keuze omdat hij gewelddadig was en me sloeg. Het geweld vond ik normaal, al klinkt dat misschien raar. Het zegt veel over mijn eigen jeugd, weet ik nu. Een jeugd waarin het altijd drama was, altijd vreemde mensen over de vloer kwamen en ik een vader en moeder had die er niet voor me waren.”
‘Als de uithuisplaatsing van toen een gevolg was van alle chaos in mijn leven, waarom hielp niemand me toen ik mijn leven wel op de rit had?’
“Nu mijn leven al jarenlang stabiel is, weet ik dat zo’n jeugd ervoor zorgt dat je pas heel laat doorhebt dat je eigen leven ook een chaos is. Want dat was het: ik ging niet naar school, had geen werk en geen diploma. Ik raakte eraan gewend dat mijn vriend mij elke dag klappen gaf. Het geweld liep steeds verder uit de hand, alsof de duivel in hem zat. Maar ik wist oprecht niet wat ik eraan kon doen.”
“Omdat ik een tienermoeder was en onder toezicht stond, durfde ik niet aan mijn hulpverleners te vertellen dat hij me sloeg. Ik was te bang dat ze mijn kind zouden afpakken. Er kwamen steeds meer zorgmeldingen over mij bij de politie binnen en ik wist dat ik zo niet langer kon doorleven, maar kon geen kant op. Toen kwam dat moment dat mijn kind werd afgepakt. Ik liet geen emoties zien, maar ging kapot. Mijn leven draaide om haar en nu was ik haar kwijt.”
Zwanger
“In die periode kwamen ook de brieven van de Belastingdienst binnen, al deed dat me weinig. Ik had mijn kind niet meer, ik had geen woning en ik had geen geld. Die schuld van hier tot Tokio, nou en? Wat konden ze nog van me afpakken, niets toch? Totdat ik vier jaar geleden opnieuw zwanger werd. Ik was ineens zo bang dat ze ook dit kindje van me zouden afpakken … Ik wilde alles doen om te bewijzen dat ik dit kindje wel kon houden. En dat is gelukt. De baby gaf me power: zie je wel, ik kon wel voor mijn kinderen zorgen!”
“Ik ging werken, volgde een opleiding, haalde mijn rijbewijs en regelde een woning. Daar woon ik nu met mijn tweede dochter en sinds anderhalf jaar ook met mijn derde kind, een zoon. Al mijn drie kinderen hebben dezelfde vader waarmee de kinderen en ik een goede band heb. Hij ziet ze regelmatig en speelt ook een rol in hun leven.”
“Ik heb mijn leven dus al jaren op orde. Ik regel mijn eigen zaken, neem mijn eigen beslissingen en betaal mijn rekeningen. Ik ben een goede moeder. Waarom ik mijn oudste dochter niet meer mocht zien, werd steeds onbegrijpelijker voor me. De jaren tikten voorbij, zonder dat iemand wat deed aan die uithuisplaatsing of contactuitbreiding. Dat mijn oudste dochter zou terugkeren naar mij leek onmogelijk. Door jeugdbescherming werd hier niet op ingezet.”
Vertrouwen
“Probeer het eens bij het Ondersteuningsteam, zei mijn beste vriendin. Ik dacht: weer een instantie in een serie van al die andere hulpverleners die mij niet vertrouwen. Maar de procesbegeleider van het Ondersteuningsteam was anders, hij luisterde en was de eerste die kansen en ruimte zag. Hij zorgde ervoor dat de communicatie tussen de instanties op gang kwam, want het was een grote warboel en eindeloze ruzies. En hij gaf me vertrouwen. Ik kon als moeder voor mijn twee jongste kinderen zorgen, dus mocht ik er ook op vertrouwen dat er stappen gemaakt konden worden rondom Faith.”
“Sindsdien maken we mini-stapjes in het contactherstel met mijn dochter. Het Ondersteuningsteam adviseerde me dat ik me ook juridisch kon laten bijstaan en dus heb ik een advocaat die meekijkt. Het aantal uren dat ik Faith zie, werd uitgebreid. Ik ben blij met die vooruitgang, want ik wil deel zijn van haar opvoeding en hoop dat ze een hechte band opbouwt met haar zusje en broertje. Ik hoop ook dat ze binnenkort voor het eerst tijdens een schoolvakantie bij mij thuis een nacht kan logeren.”
Grip
“De Naomi van toen, die 16 jaar was, is onvergelijkbaar met de vrouw van 26 die ik nu ben. Ik heb mijn leven al jaren op de rit en ben een moeder die goed voor haar kinderen zorgt. Die moeder kan ik ook zijn voor Faith. Maar het systeem is niet ingericht op omgangsuitbreiding of terugplaatsing. Ik blijf zelfs het gevoel hebben dat het me niet wordt gegund. Want om het contact met mijn kind verder op te bouwen, ben ik totaal afhankelijk van het oordeel van anderen. Ik heb het nadeel van de twijfel. Ik ben altijd voorbereid op het incasseren van negatieve beslissing, want als ik dat niet doe beïnvloedt een tegenvaller te veel mijn stemming. En dat is iets wat ik mijn andere kinderen niet wil aandoen.”
“Dat ik meer contact heb met Faith, is heel fijn. Dat had ik vier jaar geleden niet verwacht. Toen stond ik machteloos; had geen grip over mijn leven, wist niet waar ik recht op had en wist niet welke stappen ik kon nemen voor een omgangsuitbreiding. Toch vind ik het oneerlijk en onlogisch. Als de uithuisplaatsing van toen het gevolg was van alle chaos in mijn leven, waarom hielp niemand me toen ik mijn leven wel op de rit had, zodat ik weer een band kon opbouwen met mijn kind?”
De namen Naomi en Faith zijn pseudoniemen. Hun echte namen zijn bekend bij het Ondersteuningsteam.