‘Hulp is pas hulp als het als hulp wordt ervaren’

 minuten)

Sandra Schaap was als dertiger al zo gepokt en gemazeld in de jeugdhulp dat ze ermee wilde stoppen. “Ik moest binnen wetten en regelgeving werken die zwart-wit is. Terwijl de situatie van mensen nooit zwart-wit is.” Bij het Ondersteuningsteam maakte ze een nieuwe start en ontdekte dat mensgericht werken mocht en kon.

Intense armoede, diepe sporen van wantrouwen en inefficiënte samenwerking in de keten: dit is wat de zorgprofessionals in het Ondersteuningsteam aantroffen toen zij startten met hun opdracht. Het zorgde voor twijfel aan wat zij dachten te kunnen doen. Het moest anders. Maar hoe? Toen zij zichzelf toestonden om te twijfelen, werd duidelijk wat er veranderd kon worden in houding, denkpatronen en werkwijzes om ouders en kinderen beter te ondersteunen. Juist door die twijfel wist het team doorbraken te forceren in vastgelopen processen en contactherstel in gezinnen.

Sandra, volgens welk ander inzicht ben je de laatste jaren gaan werken?

“Ik kan weer de professional zijn die muren kan laten zakken bij ouders en kinderen, zonder mij te verschuilen achter wetten en regels. Heel belangrijk, want hoe kun je een goede professional zijn als er alleen maar kaders en protocollen om je heen staan? Ik liep er al jaren tegen aan dat die procedures niet strookten met mijn gevoel. Ik was mezelf aan het verschuilen achter de regels, want dan kon ik het niet verkeerd doen volgens het systeem. Het schuurde. Nu kan ik weer teruggaan naar die verbinding. Het principe waarom ik hulpverlener ben geworden.”

Kun je een voorbeeld geven?

“Als nu iemand in huilen uitbarst, sla ik een arm om die persoon heen. Dat kan, ook als professional. Waarom? Omdat er een mens tegenover je zit die in huilen uitbarst. Daarom.”

Waarom ging je twijfelen aan de bestaande werkwijzes en procedures?

“Ouders hebben, ondanks al hun problemen, soms al veel stappen gemaakt. Als ze ervoor open staan, kan ik ze naar een volgend niveau tillen. Daarvoor hebben ze geen stempel, label of hokje nodig.”

Je kwam op het punt dat je niet meer wilde werken in de jeugdzorg.

“Ik heb bij allerlei organisaties gewerkt: de gemeente, het coa, open en gesloten settingen, Veilig Thuis, gezinscoach, ambulant begeleider … Maar ik wilde eruit. Ik wilde niet alleen maar werken vanuit het protocol en zoals het volgens het boekje hoort, maar werken vanuit de bedoeling: wat gun ik deze mensen? Ik botste tegen het systeem en ook weleens met collega’s. Ik moest binnen wetten en regelgeving werken die zwart-wit zijn. Terwijl de situatie van mensen nooit zwart-wit is. Je neemt je eigen aannames mee in je oordeel, mixt dat met alle regels en protocollen en kijkt zo steeds minder naar de ouders zelf.”

Het gedrag van mensen die je ondersteunt, kan soms agressief of confronterend zijn.

“Toch moet je achter het gedrag kijken, want gedrag zegt niets over een persoon. Het is een uiting van iets dat wordt getriggerd. Dat je gedrag fout kan zijn, wil niet zeggen dat je als persoon fout bent. Dat moet je als professional los kunnen koppelen. De reden van hoe mensen doen, is veel interessanter om de persoon te begrijpen”

Als het gedrag niet het uitgangspunt is, wat is dan wel het uitgangspunt?

“Wat gun ik dit mens? En wat wil hij of zij zelf? Mijn wens is niet per se hetzelfde als de wens van een ouder. Wat je iemand gunt en wat je daarvoor kunt doen, ligt genuanceerd. Ik kan niet oplossen wat geschaad is, maar ik kan wel naast ouders staan. Hoe kan ik ze op weg helpen, wat kunnen we samen oppakken en wat hebben ze zelf al gedaan? Hulp geven is geen kwestie van punten afvinken. Het gaat om vragen stellen, onderzoeken waar iemands behoeftes liggen. Hulp wordt pas hulp als het als hulp wordt ervaren.”

Begrijpen van de persoon tegenover je is dus de basis?

“Ja, de basis van mensgericht werken is: Hoe sluit je aan bij de persoon die tegenover je zit? We werken hard om de systemen te laten kloppen, maar de mens tegenover je schiet er soms niets mee op. Ik ben de hulpverlening in gegaan om mensen te helpen, niet om het systeem te laten kloppen. Bij het Ondersteuningsteam zag ik dat ik mensgericht werken kon. Ik kon daadwerkelijk iets betekenen voor die ander en eindelijk weer werken vanuit mijn gevoel.”

Hoe start je met het geven van betere hulp?

“Leer die ander eerst kennen. Maak contact. Wees open. En dat betekent dus heel concreet dat er vanaf het begin duidelijk wordt wat ze aan mij hebben en andersom. Direct afspraken maken en aangeven wat de verwachtingen kunnen zijn. Dus eerst verbinden en zorgen voor een goede verstandhouding, de rest komt later. Alles valt en staat met deze basis.”

Ouders moeten hulp krijgen en dus is er verbinding nodig. Dat zal toch elke professional vinden?

“Ja, maar we zijn in de jeugdzorg enorm vooringenomen: wij bepalen wat goed is voor een ander. De vraag omdraaien, geeft verrassende inzichten: wanneer is het voor jou goed? Die vraag is relevant voor een ouder, maar ook voor ons als professionals. Iedereen gunt ouders of kinderen goede hulp. Maar iedereen vult die hulp in vanuit zijn eigen agenda, principes en verwachting van de organisatie waarvoor gewerkt wordt. Iedereen wil wat anders. En de persoon waar het om gaat, zit ertussen en raakt volledig de draad kwijt. We vergeten soms dat de persoon waarover het gaat er ook nog is. Laten we met elkaar praten in niet over elkaar.”

Wat kan je morgen anders doen?

“Ik doe geen overleg meer zonder de ouder erbij te vragen om wie het gaat. Of ik koppel het direct terug. Ik snap dat dit tijdrovend en lastig is. Zeker als je over een uur alweer naar je volgend overleg moet. Maar als je het niet doet, doe je de mensen waarover het gaat te kort. Aan het eind van de dag moet je jezelf recht in de spiegel aan kunnen kijken en weten dat je naar eer en geweten hebt gehandeld.”

Wat zou je de Sandra van tien jaar geleden willen leren?

“Blijf bij je gevoel, je intuïtie is vaak kloppend in wat er nodig is om in verbinding te komen en hulp te bieden. Dat is lastig, want je wilt niet de uitzondering zijn of lastig zijn. Maar het leunen op protocollen lijkt veilig, maar is het niet.”

In de serie Twijfel als krachtig gereedschap voor doorbraken verschenen eerder:

Sandra Schaap: ‘Hulp is pas hulp als het als hulp wordt ervaren.

Gijs Haanschoten ‘Onrust, maar ook onzekerheid, hoort bij herstel

Nora Akachar: ‘Als ouder start je op 1-0 achterstand en eindig je (soms) op 10-0 achter

Jan-Pieter Meijer: ‘Als je perspectief kantelt, zul je verrast zijn door het uitzicht

Sanne Hillebrand: ‘Ik kom niet voor jouw problemen, ik kom voor jou

Pauline Beijersbergen: ‘Ik ga er niet over.” Dat klopt. Maar samen gaan we er wél over’

Nicoline den Ouden & José Vianen: ‘Hulp is niet altijd helpend, veranderen bleek mogelijk’